Ga je Indonesisch koken? Dan zal je moeten bedenken welke boemboe bij jouw gerechten hoort. Boemboe of bumbu is het Indonesische woord voor kruiden en specerijen en andere ingrediënten die smaken en geuren aan de gerechten geven. Uien, knoflook, gember, chilipepers, salamblad, limoenblad, zwarte of witte peper, kruidnagel of steranijs zijn voorbeelden ervan. Maar ook zout, bouillonpoeder of -blokjes, limoensap, tamarinde, een beetje suiker of trassi vallen voor het Indonesische begrip ook onder de boemboe. Simpel gezegd alles wat je aan gerechten toevoegt om het lekker te maken is dus boemboe. In feite gebruik je dus ook ‘boemboe’ als je Nederlands eten kookt.
Mensen associëren het woord boemboe altijd met de Indonesische keuken, een wereldkeuken vol smaken en geuren. En dat is niet uit de lucht gegrepen, omdat de boemboe de ziel van de traditionele Indonesische gerechten is. Het geeft vorm aan de culinaire diversiteit van Indonesië. Indonesisch koken is de kunst van het samenbrengen van verschillende kruiden, specerijen en eventuele smaakverfijner in een evenwichtige samenstelling, waardoor een ware explosie van smaken ontstaat. Zonder al deze smaakmakers bestaat de Indonesische keuken dan ook niet.
Mocht je geïnteresseerd zijn in de manier waarop je de boemboe in traditionele Indonesische gerechten verwerkt, geef je je dan op voor een van onze kookworkshops. Neem contact met ons op via het contactformulier, of emailen naar: info@indonesischkoken.com of indonesischkokeninweert@outlook.com. Bellen of whatsapp: 0643418702.
De prijzen van onze kookworkshops hangen af van welke workshopscategorie je kiest. Basic: 55,00 euro p.p vanaf 8 personen, uitgebreid: 65,00 euro p.p vanaf 6 personen en extra uitgebreid: 75,00 euro p.p vanaf 6 personen.
Zakelijke klanten betalen 9% btw.
Boemboe: gemalen, geplet of gesneden?
Het hart van de boemboe bestaat meestal uit chilipepers, uien en knoflook. Afhankelijk van de gerechten kunnen deze basis ingrediënten aangevuld worden met allerlei kruiden of specierijen zoals kurkuma, laoswortel, gember, zwarte of witte peper, komijn, koriander, kentjoer of een paar limoenblaadjes. De samenstelling kan variëren, afhankelijk van de soort gemaakte gerechten, van regionale keukens en soms ook van persoonlijke voorkeuren, waardoor er een schat aan unieke recepten ontstaat.
Indonesische gerechten komen tot leven door zorgvuldige bereidingstechnieken, daarbij spelen de juiste kruiden en specerijen een grote rol. Voor veel soorten gerechten worden ingrediënten van de boemboe fijngemalen tot een kruidenpasta waardoor de essentie van elke specerij vrijkomt en zich vermengt tot een aromatische pasta. Dit kan je doen met een vijzel en stamper, maar ook in de blender of met een staafmixer is prima. Deze pasta kun je vervolgens gebruiken als basis voor het kruiden van vlees, vis of groenten.
Dat ‘boemboe’ gemalen kruiden en specerijen zou betekenen is echter een misverstand. Salamblad, limoenblad, kruidnagel of steranijs gooi je bij wijze van spreken in het geheel in de pan, je kook ze mee en je verwijdert ze voordat je het eten serveert. De combinatie van deze gemalen en ‘gooikruiden’ geven het gerecht zijn fenomenale smaak en geur, zoals bij de rendang het geval is. Voor sommige gerechten zoals lodeh tempe maal je de boemboe zoals de sjalotjes, knoflook en chili- of Spaanse pepers niet fijn, maar je snijdt ze fijn. Hoe je ook de boemboe gebruikt, het zal in ieder geval de smaak, de geur en het uiterlijk van je eten bepalen.